Als een van de organisaties achter Giro555 ondersteunt Cordaid Oekraïense oorlogsslachtoffers met de opbrengst van de succesvolle landelijke actie. De hulpverlening verloopt via de lokale zusterorganisaties van het Caritas-netwerk. Inge Leuverink, noodhulpcoördinator bij Cordaid, heeft regelmatig contact met haar collega’s in Oekraïne en vertelt over helpen in een allesverwoestende oorlog.

Al sinds de oprichting in 1951 is Cordaid lid van Caritas Internationalis, een wereldwijd netwerk van katholieke hulporganisaties. Op de dag van dit interview werd bekend dat enkele weken eerder twee Caritas-medewerkers zijn omgekomen bij een aanval op hun kantoor in Marioepol. Dat het nieuws pas zo laat naar buiten kwam, toont op schrijnende wijze aan hoe de bevolking van de belegerde stad is afgesneden van de rest van de wereld.
De gebeurtenis is een grote schok voor iedereen in het Caritas-netwerk. Zo ook voor Leuverink, die Oost-Oekraïne in 2017 bezocht. “Vanochtend sprak ik met een collega daar die het goed verwoordde: dit raakt ons allemaal. We zijn onderdeel van dezelfde familie.”
Het zegt veel over de omstandigheden waarin hulpverleners moeten werken, vooral in de Oekraïense regio’s waar hevig wordt gevochten. Je kent het land zelf ook. Wat doet dit nieuws met je?
“Het is altijd vreselijk als hulpverleners geraakt worden in een conflict, maar we zijn zo betrokken bij onze collega’s daar dat het extra hard binnenkomt. Daarnaast raakt het je ook nog meer als je de plek kent. Mijn ontmoetingen in het oosten van Oekraïne staan me nog helder voor de geest, zoals een bezoek aan een lieve, alleenstaande, oude vrouw. Veel mensen waren al uit het gebied gevlucht, maar zij kon geen kant op. Gelukkig had ze veel steun aan haar buren en aan Caritas. Het gebied waar ze woonde – en waarschijnlijk nog woont – is sinds het begin van de oorlog in 2014 volkomen desolaat geworden. Er is bijna niets meer. Een soort niemandsland. Ik hoop maar dat ze het nieuwe offensief daar zal overleven.”
Inge Leuverink naast de vrouw die zij in 2017 samen met haar Caritas-collega’s bezocht in Oost-Oekraïne.
Waar halen de medewerkers van Caritas in Oekraïne de kracht vandaan om door te gaan met hulpverlenen terwijl de bommen om hen heen vallen?
“Hun bevlogenheid en solidariteit is ongekend. Net als veel Oekraïners hebben ze besloten: we laten ons niet overheersen. De bereidheid om elkaar te helpen is enorm. Grote groepen vrijwilligers melden zich aan, waaronder ook veel mensen die zelf ontheemd zijn geraakt en klaar willen staan voor lotgenoten. En dan is er ook nog de steun van zusterorganisaties uit het Caritas-netwerk van over de hele wereld. Ik ben er heel erg van onder de indruk en onze collega’s in Oekraïne zijn dat ook.”
“Ik ken verhalen van mensen die veertig dagen onder de grond hebben doorgebracht. Dat heeft grote gevolgen voor je mentale gesteldheid.”
Ondanks die geestdrift zal het niet makkelijk zijn om in Oekraïne te werken nu. Heb je een idee van de uitdagingen waar de hulpverleners voor staan?
“De verschrikkingen en de schaal van verwoesting in deze oorlog zijn bijna onvoorstelbaar. De hulpverleners wonen zelf ook in de getroffen gebieden en komen in aanraking met zeer traumatische situaties. Als wij noodhulp bieden dan zorgen wij vaak voor de nodige psychosociale zorg, om mensen te steunen bij het verwerken van hun trauma’s. In dit geval is het ook belangrijk om rekening te houden met de hulpverleners zelf, die er net zoveel last van hebben. Ik ken verhalen van mensen die veertig dagen onder de grond hebben doorgebracht. Dat heeft grote gevolgen voor je mentale gesteldheid.”
Waar heeft de Oekraïense bevolking qua hulpverlening nu het meeste behoefte aan?
“Dat kan per regio verschillen. In een gebied waar de markt nog prima werkt, kun je mensen bijvoorbeeld het beste gewoon geld geven, zodat zij zelf kunnen kopen wat ze nodig hebben. Maar in het oosten, waar op veel plekken wordt gevochten, is de aanvoer van goederen verstoord en is veel niet meer te krijgen. Daar zijn humanitaire corridors nodig: een veilige doorgang om mensen te evacueren of de noodzakelijke goederen het gebied in te krijgen.”
“Het is te hopen dat we over een jaar een heel ander soort hulp kunnen bieden.”
Er is veel bekend over de hulpverlening aan vluchtelingen die aankomen in de omringende landen. Maar hoe helpt Cordaid de mensen die zich juist nog in die moeilijk bereikbare en onveilige gebieden bevinden?
“Dat is de grote kracht van het Caritas-netwerk. Dat opereert vanuit lokale parochies. De medewerkers en vrijwilligers zitten echt in de haarvaten van de samenleving. Zij zijn zelf onderdeel van de gemeenschap. De bevolking weet de hulpverleners dan ook te vinden en er is veel persoonlijk contact. Iedere lokale zusterorganisatie op zich lijkt misschien kleinschalig, maar als geheel hebben ze juist een enorme impact.”
Je gaf al aan dat de hulp bestaat uit het leveren van de meest noodzakelijke goederen. Waar moet ik dan aan denken?
“De eerste levensbehoeften. Mensen die gevlucht zijn vangen we op, we bieden ze een verblijfplaats of helpen ze om verder te reizen. Daarnaast gaat het om eten, drinken, een plek om te douchen, slaapplaatsen en medicijnen. En, zoals ik al eerder aangaf, is het belangrijk dat mensen hun verhaal kwijt kunnen. Getrainde medewerkers ondersteunen mensen bij traumaverwerking.”
En op de lange termijn?
“Het is te hopen dat we over een jaar een heel ander soort hulp kunnen bieden. Oftewel, dat we kunnen werken aan de wederopbouw. Er is al zoveel kapot in Oekraïne, dat we daar nog wel een flinke tijd mee bezig zullen zijn. In het slechtste geval duurt de oorlog maar voort en zal de hulp lang bestaan uit die eerste levensbehoeften. Het is ook mogelijk dat we in sommige delen van het land al beginnen met reparaties aan woningen en herstel van de infrastructuur, terwijl we in andere gebieden nog noodhulp leveren. Maar hoe het conflict zich zal ontwikkelen is nog koffiedik kijken.”