In 2014, als Olla Al Sakkaf 20 is, gaat alles mis in Jemen. Even leken er betere tijden aan te breken. In 2011 waren jongeren massaal de straat op gegaan. Werkloosheid, corruptie, ze zijn het meer dan zat. Maar de vreedzame revolutie ontaardt in bruut geweld.
Saoudi Arabië, de VS, en Iran mengen zich in het conflict. Een binnenlands conflict wordt een internationaal geopolitiek kluwen. President Saleh ruimt na 33 jaar het veld. Sjiitische Houthi rebellen veroveren de hoofdstad Sana’a. Al Qaeda en andere terreurgroepen krijgen voet aan de grond.
Jemen, een verscheurd land
Sindsdien is dit land in burgeroorlog een lappendeken van ministaatjes en frontlinies. Een schaakbord in een patstelling. Een rampgebied. De grootste humanitaire crisis van de wereld voltrekt zich in Jemen.
Midden in die lappendeken ligt de belegerde en zo goed als afgesneden stad Taiz. Daar wonen Olla en haar vader.
Wonderlijk genoeg haalt Olla in die belegerde stad haar universitaire diploma Engelse Literatuur. En al zou ze de hele dag wel Eliot, Dickens of Hardy kunnen lezen, de oorlog beslist anders.
Olla sluit zich aan bij Jemen’s grootste jongeren- en vredesorganisatie YWBOD. Dat is een partner van het door Cordaid gecoördineerde CSPPS. Naast het werken aan vrede verleent YWBOD ook noodhulp om bijvoorbeeld scholen en ziekenhuizen draaiende te houden.
Met stads- en leeftijdgenoten zamelt Olla spullen in voor ziekenhuizen en scholen. Ze geeft bijles aan kinderen, trainingen en workshops voor volwassenen. Ook in de meest onveilige gebieden.
Daarnaast werkt ze een tijd als vrijwilliger bij Deeproot met een team jonge onderhandelaars die een einde proberen te maken aan de belegering van de stad Taiz. Ook verzamelen ze data om vermiste personen op te sporen en gekidnapte burgers vrij te krijgen.
Mondig in een land waar vrouwen moeten zwijgen
Met haar uitstekende Engels ontpopt Olla zich via Teams en Zoom tot woordvoerder van haar generatie in het buitenland. Als het internet het tenminste doet.
Sinds kort heeft ze ook een eigen stichting, Peace Environment. Daarmee wil ze zich niet alleen voor vrede en fatsoenlijk onderwijs inzetten, maar ook de klimaatcrisis aanpakken in haar land. Het land heeft de laatste jaren namelijk met ongekende overstromingen te maken in de woestijngebieden.
“Deze oorlog heeft ons verwoest. Hij heeft alle creativiteit in mensen gedoofd. Als de oorlog stopt, dan gaan we pas echt zien wat er is aangericht. Dan begint het eigenlijke werk pas. “
Haar vader Waleed, 59, werkt voor het leger in Taiz. In het begin van de oorlog moet hij nog naar het front, later krijgt hij een administratieve baan. Naast Olla heeft hij nog een dochter en een zoon.
Olla, vredes- én klimaatactiviste in een door oorlog verscheurde stad. Mondig in een land waar vrouwen vooral moeten zwijgen. “Ik ben wie ik ben, vooral dankzij mijn vader.”

Laten we luisteren naar een bijzonder gesprek tussen dochter en vader. Om makkelijk te weten wie er aan het woord is, staan Olla’s woorden schuin gedrukt.
Vrede, wat is dat?
Pap, wat betekent vrede voor jou?
Salaam… Voor mij is dat stabiliteit. De stabiliteit die maakt dat je kan studeren, een dak boven je hoofd hebt, naar de dokter kan, je gezin kan onderhouden en in basisbehoeften kan voorzien. Die basis is nu helemaal weg. Het krioelt van de wapens. Elke dag kan je laatste zijn. De economie is ingestort, er is geen overheid, geen bestuur, geen controle, geen rechtsorde. Salarissen worden niet uitbetaald, prijzen stijgen elke dag. Dat is geen samenleving meer.
Hoe was dat dan vroeger, toen jij mijn leeftijd had?
Toen was er ook onrust en had je ook corrupte machthebbers. Maatschappelijk activisme bestond wel, maar op kleine schaal. Het grote verschil is dat er toen geen oorlog was. Nu is elke sector van de samenleving zo goed als verwoest. Overal is corruptie. Maar je ziet nu wel veel meer mensen die opstaan voor vrede. Zoals jij.
Wat vind je eigenlijk van mij?
Wat vind je daar eigenlijk van, van wat ik doe?
Ik ben trots op je. Je bent een dromer en tegelijk doe je alles om anderen te helpen en de samenleving leefbaarder te maken. Je bent een doorzetter. Je hebt zoveel talenten. Dat is waarom je zelfs in deze noodsituatie, in deze belegerde stad, je diploma haalt, aan de weg timmert en je eigen weg baant. Je bent een overlever. Ik heb altijd gezien dat jij iets in je mars had. Vandaar dat ik zo graag wilde dat je ging studeren.
Ik ben ook een vrouw. Wat vind je ervan dat vrouwen in Jemen zo worden gediscrimineerd?
Afschuwelijk. Mannen die hun zonen voortrekken en vrouwen discrimineren op basis van hun geloof verwarren religie met foute tradities. Meer dan de helft van de samenleving bestaat uit vrouwen. Als zij zich niet in alle vrijheid ten volle kunnen ontplooien, dan is dat een verlies voor de hele samenleving.
En hoe kijk jij naar mij, als vader?
Misschien gek om dat nu zo tegen jou te zeggen, maar als kind al was je mijn held. En mijn voorbeeld. In Arabische landen trekken vaders vaak hun zonen voor. Dat heb jij nooit gedaan. Wat ik ook wilde doen, waar ik ook voor koos, je steunde me. Echt nooit heb ik me als dochter de mindere gevoeld.
Je hebt ons nooit belast met al je kopzorgen
Je werkt je drie keer in de rondte om voor je gezin te zorgen, om je kinderen kansen te geven. De oorlog is voor jou misschien nog moeilijker dan voor mij, zeker in die eerste jaren. Je hebt verantwoordelijkheden die ik niet heb. Toen je jarenlang geen salaris ontving, slaagde je er toch in om voor ons te zorgen. Toen de bommen vielen en we moesten vluchten, vond je een nieuwe plek voor het hele gezin. De kopzorgen die jij als gezinshoofd al jaren hebt, daar heb je ons nooit mee belast. Ik ben alleen maar blij dat ik, nu ik zelf een baan heb en iets verdien, kan bijdragen aan het gezinsinkomen.
Nu ik ouder ben beschouw ik je vooral als een vriend. En een inspiratie om door te gaan met wat ik doe. Weinig vrouwen en meisjes die ik ken hebben zo’n relatie met hun vader.
“We zijn inmiddels wel wat gewend, na acht jaar oorlog, maar het blijft lastig.”
Dat je mijn held bent, betekent trouwens niet dat ik het altijd met je eens ben. Integendeel, hoe ouder ik word, hoe vaker ik met je van mening verschil. Daar leg je je gelukkig bij neer. Maar goed ook, want ik ben nogal koppig.
Jij denkt ‘Fijn, al die regen’ en ik denk ‘Help!’
Kun je een voorbeeld noemen?
Neem de klimaatcrisis. Jij denkt: wat fijn dat het zo vaak regent in de woestijn. Hele delen van het land worden een groene oase. Maar ik denk ‘help!’. Ik weet dat dat extreme weer rampzalig gaat worden. En dat als we niks doen hele dorpen zullen worden weggevaagd.
Jij hebt veel meer meegemaakt dan ik, toch ben je hoopvoller dan ik. Ook als je naar het conflict kijkt en naar de oplossing ervan, ben je hoopvol.
Dat is waar. Gebrek aan hoop kan je kwetsbaar maken. Ik heb eerder crises meegemaakt. Ik weet: na een periode van onderlinge strijd, verenigen Jemenieten zich weer. Het allerbelangrijkste is dat er een leider komt waar het hele volk zich achter kan scharen. Als die opstaat en eenheid brengt, dan kan dit land herrijzen. En ik geloof dat dat gaat gebeuren.
De sporen van de oorlog
Ik kijk er anders naar. Ik zie dat de situatie alleen maar ingewikkelder wordt en verslechtert. Deze oorlog heeft ons verwoest. Hij heeft alle creativiteit in mensen gedoofd. Zelfs kinderen dromen niet meer. Mensen doden elkaar om een kleinigheid. Iedereen is van binnen gemutileerd, getraumatiseerd door de oorlog. Als de oorlog stopt, dan gaan we pas echt zien wat er is aangericht. Dan begint het eigenlijke werk pas. Want hoe kan een verscheurd volk werken aan een toekomst als we niet eerst die enorme trauma’s onder ogen zien en behandelen? Iedereen in dit land, ook ik, ook mijn vader, heeft professionele psychologische hulp nodig om het leed van de oorlog te kunnen dragen en weer vooruit te kunnen. Hoe kan een generatie die enkel oorlog kent, die niet heeft kunnen studeren, die niet weet wat vrede is, het land weer opbouwen?
“Elke keer als je de deur uit ging om ergens water of voedsel te vinden, bleef ik alleen achter in huis, met een wapen in de hand.”
Natuurlijk zitten de sporen van de oorlog diep in iedereen. Maar als land kan je opstaan. Kijk naar Rwanda, dat er na de gruwelijke genocide in ’94 in is geslaagd om zichzelf in rap tempo te ontwikkelen. Het is, onder leiding van president Kagame, een stabiel en welvarend land geworden. Of kijk hoe Mandela Zuid-Afrika na zijn vrijlating heeft geloodst naar een nieuwe toekomst, zonder burgeroorlog.
Met leiderschap alleen komt er geen echte vrede. Ik kijk niet naar politieke oplossingen, maar naar het weefsel van een samenleving. De wonden moeten helen in ieder van ons en het land moet afkicken van wapens en bruut geweld. Daar gaan decennia overheen. Hoe dan ook, ik zie dat jij optimistischer bent en meer hoop hebt dan ik. En ook al deel ik jouw visie niet, het inspireert mij wel. Als ik er door zit, kan ik me eraan optrekken. Het geeft me energie.
Zorg en overbezorgdheid
Voor mijn werk kom ik ook op plekken buiten de stad, ook in Houthi gebied. Dat is soms best gevaarlijk. Hoe ga je daarmee om?
We zijn inmiddels wel wat gewend, na acht jaar oorlog, maar het blijft lastig. Als ik het echt niet vertrouw, ga ik met je mee. Dan ben ik je body guard. Ik weet dat je dat niet altijd leuk vindt. Laatst gaf ik je tijdens een workshop die je gaf een fles water, omdat ik vond dat je te weinig dronk. Dat vond je gênant. Een vrouw van 26, in een leidinggevende rol, met papa aan haar zijde.
Dat klopt. Ik begrijp je bezorgdheid als ouder ook wel. Dit is een gevaarlijk land. Maar overbescherming van ouders is echt wel een issue. Het maakt het voor jongeren moeilijker om een eigen plek of positie te veroveren. Gelukkig wisselen jij en mama elkaar af. Jij kunt, door je baan bij het leger, echt niet komen in Houthi-gebied. Ik kom daar wel, soms begeleid door mama. Dan is zij mijn body guard.

Ik wil wel even gezegd hebben dat ik dan minstens de helft van de tijd zelf achter het stuur zit. Overigens maak ik me als dochter natuurlijk ook bezorgd om jou.
O ja?
Ja tuurlijk. Helemaal in het begin van de oorlog, toen was de angst echt om te snijden. In die tijd vocht je nog mee in het leger. Elke keer als je naar het front ging, waren we als de dood. Je zat toen een tijdje aan de grens met Saoedi Arabië, aan het front. Soms konden we je een paar dagen niet bereiken. Gelukkig kreeg je later een administratieve baan. Weet je nog, die maand dat wij met z’n tweeën in huis waren achtergebleven? Het was in het begin van de oorlog, iedereen was gevlucht uit Taiz, wij wilden blijven. Een maand lang, met z’n tweetjes. Elke keer als je de deur uit ging om ergens water of voedsel te vinden, bleef ik alleen achter, met een wapen in de hand. Je wist nooit of iemand ons huis zou aanvallen.
Natuurlijk weet ik dat nog. Zo zie je maar, we maken ons allemaal zorgen om elkaar.
Nee, vechten zit niet in mijn aard
We hebben het steeds over mijn maatschappelijk werk. Maar weet je dat jij voor mij, op jouw manier ook aan vrede werkt? Zelfs in het leger, ook al ben ik een pacifist, en geloof ik niet dat je met wapens echte vrede kunt bewerkstelligen.
Hoe dan?
In de eerste plaats door hoe je je voor je kinderen en je gezin inzet, ons stimuleert en ons principes van gelijkwaardigheid hebt bijgebracht. Maar ook, indirect, door je werk bij het leger. Ook al heb je een louter administratieve baan bij het leger, je werkt wel met jonge soldaten. Vaak worden zij behandeld als louter instrumenten voor de gewapende strijd. Jij leert hen om zelf na te denken, om te kijken naar de sociale, en historische context van de situatie waarin ze zich bevinden. En niet als een automaat bevelen op te volgen. Natuurlijk maak je zo geen carrière, maar je blijft wel dicht bij je principes.
“Als iemand me vraagt of jij die vrouwelijke leider van het land zou kunnen worden, dan is mijn antwoord: ik hoop van niet.”
Jij had het over de rol van een goede leider, en hoe die het land vooruit kan helpen. Kan dat ook een vrouw zijn?
Dat kan zeker. Alleen zie ik die nu nog niet. Maar als er verkiezingen komen, en ze staat op de lijst, dan stem ik voor haar. En als iemand me vraagt of jij die vrouwelijke leider van het land zou kunnen worden, dan is mijn antwoord: ik hoop van niet. Want om die rol te vervullen moet je kunnen onderhandelen, wat Olla kan. Maar je moet ook kunnen vechten en de confrontatie aangaan. En dat zit niet in jouw aard.
Dat is waar, vechten zit niet in mijn aard. Maar met vechten sticht je ook geen vrede.
Toch zal vrede in dit land moeten komen van jouw generatie. Mijn generatie loopt tegen de zestig. Wij zijn niet de toekomst. Je vroeg mij in het begin wat vrede voor mij betekent. Veel belangrijker is dat ik die vraag aan jou stel. Wat is vrede voor jou, Olla?
Vrede is leven. Zonder vrede kan ik niet leven, hooguit ademen, eten en slapen. Maar niet leven. Pas als er vrede is krijg ik mijn leven weer terug.
Alle beelden: © Olla Al Sakkaf