Direct naar de inhoud

Alouk en Cecilia delen noodhulppakketten uit in Zuid-Soedan

In het vluchtelingenkamp in Renk, in Zuid-Soedan, komen dagelijks nieuwe mensen aan. Ze zijn gevlucht voor het geweld in buurland Soedan. En hebben vaak niets meer. Cecilia en Alouk weten hoe dat voelt. Ook zij zijn gevlucht. Nu helpen ze anderen, met noodhulppakketten. Hoe blijven zij op de been nu de nood alleen maar groter lijkt te worden?

Cecilia en Alouk delen noodhulppakketten uit met een deken, stuk zeep, grondzeiltje en en muskietennet.

In dit dubbelinterview vertellen Cecilia en Alouk over de kracht én de moeilijkheid van hun werk. Over hun eigen ervaringen als ontheemden. En over de hoop die hen elke dag opnieuw in beweging brengt.

Hoe vinden jullie het om in een vluchtelingenkamp te werken?​ 

Cecilia: ‘In het begin vond ik het heel moeilijk. Werkelijk iedereen vroeg om hulp en ik zag ook echt dat iedereen hulp nódig had. Ik voelde me verantwoordelijk voor ál die mensen. En vond het heel moeilijk dat ik niet iedereen kon helpen. Ik dacht dat ik iets fout deed. ​Om toch door te gaan kijk ik er nu anders tegenaan. Ik haal nu mijn energie uit elke persoon die ik wél kan helpen. Bij mensen die ik niet kan helpen denk ik: het lukt helaas niet vandaag, maar misschien wel morgen. Zo kan ik het volhouden en dus blijven helpen.’

Alouk: ‘Ons werk is mentaal zwaar. We doen allemaal ons uiterste best. Het is niet genoeg, daarvoor is de nood te hoog. We zoeken daarom de meest kwetsbaren en deze mensen helpen we. Maar mijn hart breekt soms, omdat eigenlijk iedereen hier hulp nodig heeft.’

Alouk en Cecilia geven een vluchteling een noodhulppakket in het vluchtelingenkamp in Renk. Foto: Arie Kievit/Cordaid

Hoe denken jullie dat de situatie in Renk de komende tijd zal zijn?​

Cecilia: ‘We weten niet eens hoe het er hier morgen uitziet, laat staan de komende maanden. Voor de gevluchte mensen hier geldt dat ook zo. Dat vind ik erg. Soms zijn er mensen die al maanden geen hulp hebben gehad. We zijn blij dat we ze dan hebben gevonden. Het verschil dat je dan met zeep en dekens kunt maken, is enorm.’

Gevluchte vrouw krijgt een noodhulpakket in Renk in Zuid-Soedan. Foto: Arie Kievit/Cordaid

Wat is jullie eigen achtergrond?​ 

Alouk: ‘Ik ben als kind in deze regio opgegroeid. Ik moest tien jaar geleden naar Soedan vluchten. Daar volgde ik een opleiding. Ik ben heel blij dat ik nu weer in Zuid-Soedan terug ben en gevluchte mensen help. Hun schrijnende situatie raakt mij; hun probleem is mijn probleem en dat geeft mij de kracht om door te gaan.’

Cecilia: ‘Ik kwam hier net zoals Alouk vandaan. Ik moest in 2013 vluchten naar Soedan. Dit jaar, in april, moest ik weer vluchten door de oorlog. Ik kwam hier met mijn familie en vond deze baan als hulpverlener. Soms knaagt het wel aan mij: Waarom heb ik een baan en een ander niet…. Gelukkig kan ik de mensen in het kamp hier helpen. Ze zijn onze familie.’

Een gallerij met 8 afbeeldingen

De gallerij geeft de afbeeldingen in een oneindige lus weer.

Wat hopen jullie voor de mensen hier?​ 

Cecilia: ‘Het natte seizoen komt eraan, het is dan kouder en nat. Veel mensen hier hebben geen deken, geen dak boven hun hoofd, geen zeil op de grond. Dan zijn de omstandigheden voor hen nog moeilijker.’ 

Alouk: ‘Maar als de hulporganisaties samenkomen, kunnen we iets voor hen betekenen. Dat is natuurlijk waar we voor gaan.’

Cecilia: ‘En onze ultieme wens is natuurlijk dat mensen weer terug kunnen naar huis en daar weer een eigen bestaan kunnen opbouwen.’

Alouk: ‘Zodat onze hulp helemaal niet meer nodig is.’

Help de vluchtelingen uit Soedan

De gewelddadige oorlog in Soedan duurt al meer dan 2 jaar. Honderdduizenden gezinnen zijn de grens naar Zuid-Soedan overgestoken. De humanitaire crisis die daar is ontstaan, neemt met de dag toe. Jouw gift maakt het verschil.

Al 210.000 mensen ontvangen onze maandelijkse nieuwsbrief

Blijf ook op de hoogte van onze projecten en geniet van inspirerende verhalen van de mensen met wie we werken.