Direct naar de inhoud

Duiding en achtergrond kabinetsbeleid ontwikkelingssamenwerking

Afgelopen maanden debatteerde de Tweede Kamer over het beleid van minister Klever, die diep het mes zet in het budget voor ontwikkelingssamenwerking. Binnenkort volgt het Voorjaarsnotadebat. Wat staat er op het spel? Wie dempt de kraters van de blitzkrieg op ontwikkelingssamenwerking? En wat is eigenlijk de visie van Klever? Politiek adviseur Paul van den Berg geeft duiding en achtergrond.

Cordaids politiek adviseur Paul van den Berg (rechts) in gesprek met corporate redacteur Frank van Lierde, de auteur van dit artikel, tijdens een klimaatprotest voor het Nederlandse parlement. Beeld: Mickael Franci

In februari kwam Klever met haar langverwachte beleidsbrief. Wat is de kern?

Drie zaken. Ten eerste, historisch grote bezuinigingen, oplopend van 300 miljoen dit jaar tot 2,4 miljard euro op jaarbasis vanaf 2027. Omdat in de toekomst maximaal 10% van het ontwikkelingsbudget zal worden gebruikt voor asielopvang, waar het komende jaren dreigde op te lopen tot 40%, wordt de kaalslag nog enigszins gedempt. Alles bij elkaar snijdt dit Kabinet ongeveer 35% van de ontwikkelingsbegroting weg. Relatief is dat van alle ministerportefeuilles ook de grootste bezuiniging.

Ten tweede, de vooropstelling van het Nederlands belang. Behalve noodhulp moet alle ontwikkelingshulp – zelf blijven we het consequent ontwikkelingssamenwerking noemen – ten goede komen aan de BV Nederland. Waar haar voorganger het nog had over ‘doen waar Nederland goed in is’, heeft zij het over ‘doen wat goed is voor Nederland’. Ontwikkelingssamenwerking draait dus niet meer primair om het delen van rijkdom en kennis met anderen die het minder hebben. Het is voor Klever een instrument om Nederland rijker en sterker te maken.

Maakt het Klever tot een Trumpist?

Ik denk dat je kunt stellen dat ze die lijn volgt. Minder agressief, minder extreem, maar desalniettemin is haar beleid een historische trendbreuk.

Ten derde, om het antwoord op de eerste vraag af te maken, blijven er vier thema’s over: water, voedsel, gezondheid en humanitaire hulp. Naar die eerste drie gaat alleen geld als Nederland er als handelsland rijker van wordt, als het de migratieproblematiek helpt aanpakken of als het bijdraagt aan stabiliteit en veiligheid in de regio.

Is eigenbelang iets verkeerds?

Op zich niet. De ontwikkelingssector was de afgelopen vijftien jaar al die kant opgeschoven. Het taboe om Nederlands belang mee te wegen in beleid was al doorbroken en zelfs al redelijk standaard geworden. En als het leidt tot meer gelijkwaardigheid in de samenwerking tussen noord en zuid, dan is dat alleen maar goed. Alleen stelt Klever Nederlands belang nu rigoureus voorop. Daarmee is de balans verdwenen. Hulp en samenwerking moeten ten goede komen aan lage- en middeninkomenslanden, aan mensen in crisisgebieden, aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen. Dat is vastgelegd in allerlei internationale afspraken. Het beleid van Klever reduceert hulp tot plat, transactioneel eigenbelang.

Klever’s beleid draait dus om historische bezuinigingen, om eigenbelang en om vier thema’s die overblijven. Heb je, los van de balans die zoek lijkt te zijn, nog andere punten van kritiek of zorg?

Zeker. Het thema gender- en vrouwengelijkheid is zo goed als verdwenen. De Nederlandse inzet op dit terrein werd internationaal geprezen. Juist in een tijd waarin vrouwenrechten overal in de wereld gigantisch onder druk staan, halen we daar nu een streep door. Daarmee duwt Klever Nederland in een antifeministisch kamp dat traditionele en patriarchale normen en waarden aanhangt. En ze vernietigt het kapitaal dat Nederland de afgelopen decennia heeft opgebouwd.

De klimaatfinanciering wordt gehalveerd. De regering stelt dat ze desondanks nog steeds blijft voldoen aan de Nederlandse klimaatverplichtingen, zoals vastgelegd in het Parijsakkoord, maar dat is niet zo. Bovendien heeft minister Hermans van Klimaat en Groene Groei onlangs bekend gemaakt een deel van haar klimaatfonds te gaan besteden aan het verschaffen van extra fossiele subsidies aan vervuilende bedrijven. Het toont de verregaande politieke onwil van dit Kabinet om de klimaatcrisis aan te pakken. Zeer zorgelijk. En sowieso niet in het belang van Nederland, dat door de ligging aan de zee zeer kwetsbaar is voor de gevolgen van klimaatverandering.

De afgelopen jaren steunde Nederland in tal van landen het maatschappelijk middenveld. Het deel van de samenleving dat opkomt voor gemeenschappen, voor hun rechten, voor gelijkheid, voor inspraak en democratie. Ook hier is sprake van kapitaalvernietiging.

In de strijd tegen machtsmisbruik, onderdrukking en ongelijkheid spelen maatschappelijke organisaties een cruciale rol, als hulpverleners, vredesopbouwers, conflictoplossers, mensenrechtenverdedigers, of als watchdog. Autoritaire systemen groeien, en daarmee krimpt de ruimte van maatschappelijke organisaties. Ook in Nederland, waar bijvoorbeeld het demonstratierecht onder druk staat. Geloof het of niet, maar Nederland is geen open samenleving meer. Dat zie je ook pijnlijk terug in de CIVICUS Monitor.

In plaats van dat maatschappelijke middenveld juist in deze tijden van groeiende onderdrukking te steunen schrapt Klever de steun aan dat middenveld met tweederde.

Genderongelijkheid, de klimaatcrisis, autoritarisme… In plaats van ze aan te pakken zet Klever het mes in de strijd tegen deze gevaarlijke trends. Ook hierin is ze een Trumpist.

Is dit beleid, op termijn, überhaupt wel in het eigenbelang van de BV Nederland?

Op termijn kan dit beleid leiden tot grotere instabiliteit in de wereld, tot conflicten, tot slechter bestuur. Niet langer inzetten op gelijkheid, op inspraak, leidt tot meer repressie, meer instabiliteit. Dat is geopolitiek en economisch niet in het belang van handelsland Nederland.

Door zich als een Razende Roeland terug te trekken uit het Parijsakkoord, de WHO en tal van andere internationale organen en verdragen, heeft Trump de VS als bondgenoot inmiddels zo goed als geparkeerd op de vluchtstrook van de internationale gemeenschap. Het land wordt niet langer als betrouwbare bondgenoot gezien, niet in de VN, niet in de NATO.

Natuurlijk bevindt Nederland zich nog niet in die geïsoleerde positie. Maar onder premier Schoof trekt Nederland zich wel steeds verder terug achter de dijken. En door onze internationale positie als solidair land, als voorvechter van gendergelijkheid en van inspraak en tegenspraak, op te geven, verklein je je invloed in de wereld. Voor een klein land dat diplomatiek en economisch zo verbonden is met de wereld, is dat ronduit dom beleid. Zeker in deze roerige geopolitieke tijden. Niet alleen wij, maar ook ‘unusual suspects’ als de werkgeversorganisatie VNO/NCW en voormalige commandanten der strijdkrachten hebben zich kritisch uitgelaten over deze stap terug van Nederland.

Overigens wil ik wel wijzen op fundamentele verschillen met beleid van de VS onder Trump.  Waar Trump en Musk USAID in één keer hebben opgeblazen, houdt Klever zich wel aan lopende contracten met maatschappelijke organisaties, zoals Cordaid.

Door USAID te ontmantelen is van de ene dag op de andere 42% van de mondiale humanitaire financiering weggevallen. Laat dat even indalen. Alles wat we voor ogen hadden met de Duurzame Ontwikkelingsdoelen, de hele strijd tegen ongelijkheid, armoede, staat nu op losse schroeven.

Het drempelverlagende effect van die Amerikaanse blitzkrieg op ontwikkelingssamenwerking is dat ingrepen als die van Klever, en tal van andere Europese landen, bijna genormaliseerd worden. Terwijl ze, in historisch opzicht, echt wel extreem zijn. Dat een sociaaldemocratisch kabinet in het Verenigd Koninkrijk het budget voor ontwikkelingssamenwerking drastisch reduceert en in één beweging door doorsluist naar defensie, is eigenlijk mindblowing, maar valt in het huidige mondiale gebeuren nauwelijks meer op. In Duitsland dreigde hetzelfde te gebeuren, maar daar is uiteindelijk gekozen voor een verhoging van de schuldenlast om het defensiebudget te verhogen. Al is niet uitgesloten dat de nieuwe regering onder leiding van bondskanselier Merz alsnog gaat bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking.

Sommigen, zoals de Kameroenese econoom Célestin Monga, zien ook kansen voor Afrikaanse landen in het abrupte wegvallen van internationale hulp. Ik begrijp dat ook. Veel landen zitten ook onder het juk van grote westerse donoren. Afrikaanse regeringen, Afrikaanse private sectoren en andere partijen móeten ook meer in de bres springen. Maar doe dan niet zoals Trump. Hij trekt gewoon de stekker uit vitale, levensnoodzakelijke systemen. Nee, dit is geen kans, dit is een drama.

Laten we het even iets kleiner maken. Wat doet het beleid van Klever met Cordaid? Wat zijn de gevolgen?

De bezuinigingen raken ons nu nog niet direct, omdat onze huidige contracten met Buitenlandse Zaken lopen tot en met 2025 en soms iets langer. Wat daarna komt is ongewis. Er komen, op de genoemde thema’s, aanbestedingen waar organisaties als de onze op kunnen inschrijven, maar welke is onduidelijk. En de budgetten zullen fors minder zijn.

Het is pijnlijk om te zien hoe relaties veranderen met één nieuw Kabinet. Jarenlang investeerde de overheid in bondgenootschappen met organisaties die ze als belangrijk en waardevol beschouwde. Dat leidde tot strategische partnerschappen en intensieve samenwerking in landen als Afghanistan en de Democratische Republiek Congo (DRC). Ook financieel waren die partnerschappen substantieel. Bedoeld om samen iets op te bouwen en te investeren in iets dat op lange termijn moet renderen. Nu wil minister Klever organisaties die voor meer dan vijftig procent afhankelijk waren van overheidsgeld in de toekomst sowieso niet langer financieren. Overheidsafhankelijkheid tegengaan en Nederlandse niet-gouvernementele organisaties aansporen om meer terug te vallen op een eigen achterban, dat is alleen maar goed. Maar op deze rigoureuze manier ontwaard je wel je eigen investeringen. Over efficiëntie gesproken. Cordaid is zo’n strategische partner, maar we zijn voor beduidend minder dan 50%  afhankelijk van overheidsgeld. Blijft het feit dat organisaties door dit Kabinet gestraft worden voor het feit dat een vorig Kabinet ze als belangrijk beschouwde.

Klever wil dat het geld vooral naar lokale organisaties gaat, in de projectgebieden zelf, en minder naar internationale Ngo’s als Cordaid. Daarmee positioneert ze zichzelf als kampioen van de lokale hulpverleners. Wat mooi is, op zich. Ware het niet dat ze een broertje dood heeft aan maatschappelijke organisaties die zich bezighouden met beleidsbeïnvloeding, inspraak, rechtshervorming. Dat zijn per definitie organisaties die zich kritisch durven uitlaten over macht en machtsverhoudingen. Daar wil ze geen geld meer voor uittrekken, terwijl haar voorgangers juist dit soort clubs financierden.

Het liefst ziet Klever lokale organisaties als uitvoerders, als dienstverleners. Daarmee gaat ze ver terug in de tijd. Niet voor niets noemt ze ‘ontwikkelingssamenwerking’ weer ouderwets ‘ontwikkelingshulp’. Dat verkoopt ze dan als een noodzakelijke innovatie, een efficiëntieslag, terwijl het een regressie is.

Ook Cordaid zet zich in voor die zogeheten lokalisering van ontwikkelingssamenwerking. Partnerorganisaties en gemeenschappen in de landen waar we werken hebben in toenemende mate een leidende rol in projecten en programma’s, wijzelf een ondersteunende.

Onze partners uit Afghanistan, Zuid-Soedan, Oost-Congo en andere landen geven juist aan hoe belangrijk ze het vinden dat ze via ons makkelijker toegang kunnen krijgen tot de VN Veiligheidsraad, tot conferenties in Brussel of New York, om daar een verschil te maken. Die lokaal-internationale schakel, die wij zo belangrijk vinden, dat is iets wat Klever niet zit zitten. Als je die mondigheid van lokale partners tegenhoudt, hoe oprecht ben je dan als je jezelf neerzet als kampioen van de lokale organisaties?

Kost Klever’s beleid mensenlevens?

Dat heeft Dirk Jan Koch, Bijzonder Hoogleraar Ontwikkelingssamenwerking en secretaris-directeur van de Adviesraad Internationale Vraagstukken, wel beweerd. Het beleid staat vooralsnog alleen op papier, dus het is ook een beetje gissen. Maar als je weet dat er gesnoeid wordt in voedselhulp en andere levensreddende steun, ook in acute crisisgebieden, dan weet je dat dit levens gaat kosten.

Overigens toont onderzoek van Koch ook aan dat hoe meer je eigenbelang centraal in ontwikkelingssamenwerking stelt, hoe ineffectiever je werkt. Dus daar valt nog wel een coherentielesje te leren.

Wat echt zeer verstrekkende gevolgen heeft, en vele mensenlevens kost, is de financieringscrisis in de mondiale gezondheidszorg, nadat Trump USAID heeft opgedoekt. De VS was de grootste financier van tal van mondiale gezondheidsorganisaties, de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), GAVI, het Global Fund. Daar wordt nu de stekker uit getrokken. Dat is een mondiaal drama. Veel van de vooruitgang die is geboekt in de strijd tegen kindersterfte, infectieziektes, of hiv/aids, zal in korte tijd ongedaan worden gemaakt als het financiële gat dat de VS nu achterlaat niet wordt gedempt. Dan heb je het over miljoenen mensenlevens.

Gelukkig heeft politiek Den Haag Klever gedwongen om mondiale gezondheid als prioritair thema op te nemen in haar beleid. Maar het blijft beneden de maat. Alle landen, ook Nederland, moeten een tandje of twee bijzetten. Anders valt de hele mondiale gezondheidsstructuur gewoon om. Bij een volgende pandemie, om maar iets te noemen, zijn de gevolgen dan niet te overzien. Die boodschap is, mede door Cordaid, met klem afgegeven aan beleidsmakers, inclusief Klever.

Zijn er landen die een ruimhartiger en socialer ontwikkelingsbeleid blijven voeren, en dus niet meegaan in de rechts-populistische trend?

Zeker. Koplopers binnen de OESO/DAC zijn Noorwegen, Luxemburg. Ierland en Spanje zetten ook een stap vooruit. Stuk voor stuk landen die geen rechtse kabinetten hebben.

Klever’s beleidsbrief is nu ongeveer twee maanden oud. Wat zijn de reacties, in politiek Den Haag en in de publieke opinie?

Over ontwikkelingssamenwerking, traditioneel niet het heetste hangijzer in de samenleving, is nooit meer te doen geweest in de media dan de laatste maanden. Het is echt een onderwerp van discussie geworden, breed gedragen, dus niet enkel door de incrowd. De teneur is kritisch, langs de lijnen die ik eerder schetste. Meer christelijke media kwalificeren het als ‘immoreel’ of ‘onbarmhartig’, terwijl bijvoorbeeld het Financieel Dagblad het ‘niet strategisch’ noemt.

Ook in de politiek is de kritiek fors. Over deelplannen van Klever zijn al Kamerdebatten geweest. Opvallend genoeg zijn er naast de oppositiepartijen ook coalitiepartijen als NSC en VVD die fundamentele vraagtekens plaatsen. Ze grommen. De vraag is of ze echt gaan bijten, bijvoorbeeld door mee te gaan met voorstellen van de oppositie in het nog te plannen tweeminutendebat over de nota-Klever. De kogel is hoe dan ook nog niet door de kerk.

Nog belangrijker is wat er in de Eerste Kamer of de Senaat gebeurt, traditioneel een wat minder zichtbaar politiek orgaan. Die kamer heeft nu al een paar keer over ontwikkelingssamenwerking gedebatteerd, wat erg ongebruikelijk is. Recent is zelfs een begrotingsbehandeling geweest over het ontwikkelingsbudget voor 2025. Nu pas heeft de Senaat dat budget goedgekeurd, wel met forse bezwaren. Bijvoorbeeld dat Klever het ontwikkelingsbudget loskoppelt van de ontwikkeling van het bruto nationaal product. Die koppeling, een welvaartsafdracht die binnen de OESO/DAC is afgesproken, bestaat al een halve eeuw. Oorspronkelijk bedroeg de afdracht 0,7%, iets wat Nederland al een aantal jaren niet haalt. Dit Kabinet heeft die koppeling, dus niet enkel de norm van 0,7% maar de gehele koppeling tussen de eigen welvaart en de mate waarin je iets voor een ander kan doen, losgelaten. Dat is nooit een coalitieafspraak geweest. In een aangenomen motie eist de Eerste Kamer nu dat dit wordt teruggedraaid. Daar kan minister Klever niet onderuit. Ook bij de behandeling van de Voorjaarsnota in de Tweede Kamer, volgende maand, krijgen Klever en minister Heijnen van Financiën dit voor hun kiezen. En zo zien we, ook weer in tegenstelling tot de VS, dat de scheiding der machten in Nederland nog overeind staat.

Mede omdat de stemverhoudingen in de Senaat, waar de NSC niet in zetelt, anders zijn dan in de Tweede Kamer, speelt die traditioneel wat apolitieke Senaat dus ineens een veel politiekere rol. En maakt het Klever, en het Kabinet-Schoof, knap lastig.

Vind je deze tegenwind, politiek en in de media, een hoopvol signaal in een voor de rest toch best wel somber stemmend politiek tijdperk?

Zeker. Het past ook in een breder tegengeluid. Mensen staan op. De Feminist March op de dam, de mars tegen racisme en fascisme. De woede en het verdriet over de genocide in Gaza. Dat zijn stuk voor ook boodschappen aan het adres van beleidsmakers. Die klinken steeds luider door.

Voor mijn gevoel is er iets aan het kantelen. Op sociale media is er meer sympathie voor maatschappelijke organisaties, zoals Cordaid maar ook andere, die opkomen voor een socialer beleid. Femke Zeedijk, voormalig NSC kamerlid, gaf bijvoorbeeld onlangs aan 0,7% van haar inkomen te gaan doneren aan deze organisaties. Uit protest tegen de loskoppeling van het BNP en ontwikkelingsbudget. Die tegenwind zie je ook terug in de recent door FNV georganiseerde actieconferentie over internationale solidariteit en de manifestaties die daarop zullen volgen. Kernboodschap is ‘Beste Kabinet-Schoof, de Nederlandse samenleving heeft  internationale solidariteit wel degelijk hoog in het vaandel’. Dat geluid is niet alleen ons geluid, het wordt breed uitgedragen, door werknemers- en werkgeversorganisaties, kerken, burgers in het hele land.

Ook de politieke peilingen wijzen op verschuivingen. VVD klimt, GroenLinks/PvdA consolideert, de PVV zakt, en NSC en BBB verdampen zowat. Bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking is ook nooit een reden geweest voor mensen om op de PVV of de BBB te stemmen. Wellicht ook een reden voor de tegenwind die Klever nu voelt.

Op 2 april verdedigde Klever haar beleid in de Tweede Kamer. Hoe verliep dat debat?

Ze probeerde haar beleid ongeschonden door de Kamer te loodsen maar liep toch wat deukjes op. Zoals verwacht kwam er harde kritiek vanuit de oppositie, op de bezuinigingen, op het feit dat Nederland het eigenbelang zo pontificaal voorop zet, op zo goed als alle onderdelen van haar beleid. Maar ook coalitiepartijen trokken van leer. Zo verzette NSC zich fel tegen de bezuinigingen op het maatschappelijk middenveld. Maar tot welke politieke actie dit zal leiden is nog niet duidelijk. Dat zal wellicht blijken na het zogeheten tweeminutendebat, waarin fracties moties kunnen indien en Kamerleden het beleid kunnen bijsturen. Ik verwacht dat dat in mei zal plaatsvinden.

Intussen is ook de Voorjaarsnota gepresenteerd. Ook een belangrijk politiek moment.

Zeker! Het is de tussentijdse bijstelling van het lopende budget, in het licht van economische en geopolitieke ontwikkelingen. Tegenwoordig heeft het als financieel document meer gewicht dan Prinsjesdag. Het geeft ook een inkijkje in de regeringsplannen op langere termijn.  EU lidstaten moeten voor 1 mei hun voorjaarsnota voorleggen aan Brussel.

Nu was het lang de vraag of dit wankelende kabinet erin zou slagen om überhaupt een Voorjaarsnota te presenteren. Met hangen en wurgen is het ze gelukt. Maar alleen omdat ze alle hete hangijzers, van stikstof, tot wonen en zorg, niet hebben meegenomen in deze voorjaarsnota. Brussel is voorlopig tevreden gesteld, maar de vraag blijft of de coalitie de komende maanden overleeft.

Hoe kwam Ontwikkelingssamenwerking ervan af in de Voorjaarsnota en het debat hierover?

Het Kabinet presenteerde eerst het zoet: extra geld voor defensie, voor gemeenten, voor kinderopvang… Vervolgens, nota bene op Goede Vrijdag, kwam het zuur, de dekking van al die mooie plannen. En toen pas werd duidelijk wat de implicaties voor ontwikkelingssamenwerking zou worden.

De bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking gaan gewoon door. Er bestond echter ook een reële kans dat er bovenop die al aangekondigde historische bezuinigingen nog eens honderden miljoenen extra zou worden bezuinigd. Die vrees is gelukkig niet bewaarheid, mede dankzij het verzet van, zo neem ik aan, NSC.

Dan was er een merkwaardig staaltje framing rondom de koppeling van het ontwikkelingsbudget aan het BNP. Met de nieuwe plannen claimde het kabinet die koppeling weer te hebben hersteld, nadat Klever die zoals eerder gezegd had losgelaten. En dat ze daarmee ook aan de eis van de Eerste Kamer voldeden, waar ik het eerder over had. Als je dan in de cijfers duikt, dan zie je dat dat niet helemaal klopt. Er is sprake van een gedeeltelijke koppeling tussen de welvaartsgroei en het ontwikkelingsbudget, waarbij ze de inflatiecorrectie  ertussenuit hebben getrokken. Én ze hebben de 0,7% norm, die al een tijd niet werd gehaald maar in het beleid nog steeds als doelstelling gold en steeds een startpunt van berekening was, nu echt volledig losgelaten. Voor het eerst in een halve eeuw. Onder de streep betekent dit alles dat slechts één derde van de oorspronkelijke koppeling wordt toegepast.

Kortom, het is een poging om de Eerste Kamer zand in de ogen te strooien. Een mislukte poging, want ik denk dat ook de Senaat wel inziet dat hun eisen niet zijn ingewilligd. En ook de Tweede Kamer zal het hier niet bij laten.

Afwachten dus. Intussen doet de Nederlandse economie het naar omstandigheden goed. En de koppeling bestaat nog wel, ook al is die slechts gedeeltelijk. Betekent dit dat er, ondanks de historische bezuinigingen, toch wat extra middelen bijkomen?

Dit is zo, het gaat om enkele tientallen miljoenen. In het miljardenspel van de overheidsfinanciën is dat niet enorm, maar toch. Echter, het kabinet heeft dit geld al proactief uitgegeven, aan de Wereldbank en aan migratiepartnerschappen. En dat zonder enige inspraak van de Tweede Kamer, terwijl het debat van die Kamer over Klever’s beleidsplannen nog loopt. Toch een kleine kaakslag in het gezicht van de volksvertegenwoordiging.

Bedoel je de gewraakte migratiedeals van de EU met onder andere Libië, waarvan onder meer Amnesty International zegt dat ze actief bijdragen aan grove mensenrechtenschendingen?

Exact.

Samenvattend, los van de koppelingsdiscussie, blijven Klever’s plannen vooralsnog overeind?

Dat denk ik wel. De confrontaties met de Eerste en Tweede Kamer hebben niet geleid tot majeure verschuivingen. De bezuinigingen gaan door, speerpunten blijven water, voedsel, noodhulp, gezondheidszorg. En de kaalslag op maatschappelijk middenveld, gender, klimaat, seksuele en reproductieve rechten blijft ongewijzigd.

De oppositie maakt brandhout van Klever’s plannen, sommige coalitiepartijen blaffen. Het maakt weinig uit, want niemand bijt echt door. En de regering heeft Klever’s toch wel radicale plannen inmiddels afgezegend, wat betekent dat ze kan overgaan tot uitvoering van beleid in 2025.

Beleid dat voor een deel, noodgedwongen, een voortzetting is van de meerjarenplannen van Schreinemacher, haar voorganger. Vanaf 2026, krijgt Klever in principe nog meer de ruimte om te breken met het verleden. Haar voorgangers opteerden voor continuïteit. En dat is ook logisch want ontwikkelingsprocessen hebben een lange termijn. Klever breekt nu al met die traditie. Er wordt vooral geschrapt, zonder enig belang te hechten aan wat Nederland in de afgelopen decennia heeft opgebouwd. Hoe goed profiteert de BV Nederland van steun aan wie het minder heeft, dat is nu, voor het eerst in de geschiedenis,  de graadmeter van het ontwikkelingsbeleid.

Het past in de lijn van alles doorsnijden en stopzetten zoals we die nu ook in Amerika zien. Hard schrappen, zonder goed de consequenties daarvan te overzien. Dat is heel zorgelijk. Want juist in deze woelige en onzekere tijden, heeft iedereen baat bij visie en standvastigheid.

Dank Paul, voor deze uitgebreide analyse. Gelukkig zien we ook groepen en gemeenschappen die opstaan in deze somber stemmende tijden, organisaties die zich met elkaar verbinden en die veerkracht aan de dag leggen. Misschien mag de ontwikkelingssector, inclusief Cordaid, wat langer in de spiegel kijken, om een antwoord te vinden op de vraag waarom we Nederland niet beter hebben kunnen overtuigen van het belang en de waarde van samenwerking en solidariteit, in Nederland én over grenzen heen. Maar dat is voer voor een volgend gesprek.

Lees meer over ons werk

Spring over slider met 3 berichten
  • : Zo vecht veteraan Volodymyr terug tegen zijn trauma

    Na ernstige verwondingen aan het front keerde Volodymyr terug naar het westen van Oekraïne. Niet als held, maar als gebroken man. Tot hij steun kreeg in het Nazareth Centrum.

  • : ‘Een kleine prijs om te betalen voor mijn overleving’

    Het Artificial Limbs And Polio Centre in Gaza: een plek van hoop en nieuwe kansen. Mensen die in de oorlog een been of arm hebben verloren krijgen daar protheses. Eén van hen is Taleb.

  • : In memoriam: Paus Franciscus

    Met diepe dankbaarheid en verdriet rouwt Cordaid samen met de wereldwijde katholieke gemeenschap om het overlijden van Zijne Heiligheid Paus Franciscus. Moge hij rusten in vrede.

Al 210.000 mensen ontvangen onze maandelijkse nieuwsbrief

Blijf ook op de hoogte van onze projecten en geniet van inspirerende verhalen van de mensen met wie we werken.